Na een korte carrière in rechten en economie vertrekt de van oorsprong Russische Kandinsky op zijn dertigste van Moskou naar München om daar schilderlessen te volgen. Het is het begin van zijn artistieke carrière. Hij was de eerste kunstenaar die in 1912 een theorie over abstracte kunst publiceerde. Hij kondigde een nieuw tijdperk aan, waarin het materialisme zou wijken voor het 'geestelijke'.

Kandinsky's oeuvre is even origineel als wisselvallig, met een sterk begin, een nog beter middendeel en een late periode die veel van haar glans heeft verloren. Uit de in de buitenlucht geschilderde landschappen spreekt een honger naar indrukken en een gevoeligheid voor kleur en toon. Kleur is een middel om rechtstreeks de ziel te beïnvloeden schreef hij. Kleur is het klavier, het oog is de hamer, de ziel een piano met vele snaren. Zijn abstracte schilderijen hebben 'innerlijke klanken'. In samenwerking met de Zwolse Kunstvrienden.